De Nederlandse overheid wil minder zeggenschap over de bedrijfsvoering van ABN AMRO en verlaagt het belang in de bank van 40,5 naar ongeveer 30 procent.
ABN AMRO werd tijdens de kredietcrisis in 2008 genationaliseerd door de overheid. Omdat de staat meer dan een derde van de bank bezat, had het veel zeggenschap over het bedrijf. Zo mocht het de uitgifte en aankoop van aandelen controleren en goedkeuren.
Verder moest ABN AMRO investeringen van meer dan 50 miljoen euro eerst melden bij NL Financial Investments (NLFI), de organisatie die de aandelen van de bank beheert namens de overheid.
NLFI kondigde in oktober aan om het belang van de staat af te bouwen tot minder dan een derde. In de afgelopen jaren was het belang van de staat al geleidelijk afgebouwd.
The Dutch government wants less control over the business operations of ABN AMRO and is reducing its stake in the bank from 40.5 to approximately 30 percent.
ABN AMRO was nationalized by the government during the credit crisis in 2008. Because the state owned more than a third of the bank, it had a lot of control over the company. For example, it was allowed to control and approve the issuance and purchase of shares.
Furthermore, ABN AMRO had to report investments of more than 50 million euros to NL Financial Investments (NLFI), the organization that manages the bank’s shares on behalf of the government.
NLFI announced in October that it would reduce the state’s stake to less than a third. The state’s stake has already been gradually reduced in recent years.