Mathieu van der Poel is zijn ploeggenoten van Alpecin-Deceuninck dankbaar na zijn ritwinst én het veroveren van de gele trui in de Tour de France. De Nederlander, die onder anderen Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard klopte, is ook trots op zichzelf.
“Dit kwam uit mijn tenen”, begon Van der Poel na zijn ritzege voor de camera van de NOS. “Ik had eigenlijk weer niet echt een superdag. Maar dankzij mijn ploeg zat ik overal perfect gepositioneerd. Ik kon daardoor elke klim net overleven.”
“En ja, op het einde was ik zó gebrand”, vervolgde Van der Poel. “Het was lang geleden dat ik een etappe had gewonnen in Tour de France, dus deze wilde ik echt niet aan me voorbij laten gaan.”
Het was voor de dertigjarige Van der Poel zijn tweede etappezege ooit in de Ronde van Frankrijk. In 2021 was hij de beste op de Mûr-de-Bretagne. Ook toen leverde hem dat de gele trui op.
‘Ik mag hier heel trots op zijn’
Nu was Van der Poel de beste in een sprint met sterke renners als Pogacar en Vingegaard. “Ik had de finale goed bestudeerd”, zei hij. “Wie het eerste door de laatste bocht kwam, had een goede kans om te winnen.”
“Ik had gehoopt dat het wat korter was na de bocht, want mijn benen begonnen vol te lopen en ik zag een voorwiel naast me komen. Maar gelukkig was ik net goed genoeg om het vast te houden.”
Dat van der Poel sterke renners als Pogacar en Vingegaard achter zich hield, maakt hem extra trots. “Ik word als favoriet neergezet, maar als je ziet wie er allemaal bij zaten… Dat zijn allemaal klimmers, dus ik mag hier heel trots op zijn.”
Zaterdag zei Van der Poel na de ritwinst van zijn ploegmaat Jasper Philipsen al dat zijn Tour niet meer stuk kon. En nu? “Nou, nu al helemaal niet meer. Als je vroeg wint in de Tour, heb je altijd een goede kans op geel. Beter dan dit kan niet.”
Mathieu van der Poel is grateful to his teammates from Alpecin-Deceuninck after his stage win and conquering the yellow jersey in the Tour de France. The Dutchman, who beat Tadej Pogacar and Jonas Vingegaard, among others, is also proud of himself.
“This came from my toes,” Van der Poel began after his stage victory for the camera of the NOS. “Actually, I didn’t really have a super day again. But thanks to my team, I was perfectly positioned everywhere. As a result, I was just able to survive every climb.”
“And yes, in the end I was so eager,” Van der Poel continued. “It had been a long time since I had won a stage in the Tour de France, so I really didn’t want to let this one pass me by.”
It was the thirty-year-old Van der Poel’s second stage victory ever in the Tour de France. In 2021 he was the best on the Mûr-de-Bretagne. That also earned him the yellow jersey.
‘I can be very proud of this’
Now Van der Poel was the best in a sprint with strong riders like Pogacar and Vingegaard. “I had studied the final well,” he said. “Whoever came through the last corner first had a good chance of winning.”
“I had hoped it would be a bit shorter after the corner, because my legs started to fill up and I saw a front wheel coming next to me. But luckily I was just good enough to hold on.”
The fact that Van der Poel kept strong riders like Pogacar and Vingegaard behind him makes him extra proud. “I am put down as a favorite, but when you see who was all there… They are all climbers, so I can be very proud of this.”
On Saturday, Van der Poel already said after the stage win of his teammate Jasper Philipsen that his Tour could no longer be broken. And now? “Well, certainly not anymore. If you win early in the Tour, you always have a good chance of yellow. It doesn’t get any better than this.”